« terug

kinderspeelgoed, gereedschappen en potscherven gerubriceerd. Vanaf de cirkel rijden volgepakte vrachtwagentjes af en aan naar een ruimte waarin een kast uit de collectie van het Fries museum domineert en een tweede ruimte waarin allerhande voorwerpen gegroepeerd zijn rondom een oude, zwaanvormige arrenslee.
“De installatie gaat over territoriumdrift, afbakenen van terreinen, verhuizen, verslepen van dingen, afsluiten van fases in het leven. De mens is voortdurend op zoek naar nieuwe uitdagingen of nieuwe leefgebieden. Hij neemt een deel van de erfenis uit zijn vorige leven mee en slaat dat opnieuw op. Over die tocht van de mensen gaat mijn installatie, legt Van Buren uit.
De cirkel van voorwerpen verwijst impliciet naar de levenscyclus die zich blijft herhalen. Leven en dood, de onschuld van de kindertijd en de periode van opbouw en afbraak worden gesymboliseerd door voorwerpen die binnen de cirkel zijn samengebracht. De verhuiswagentjes zijn gemaakt van oude archieflades die uit het museum afkomstig zijn.
Bas Epker voegde daar het verhaal aan toe van schietgrage mensen die met de beste bedoelingen vechten voor het behoud van hun cultuur. Door hun gewapende verzet vernietigen ze echter ook een deel van diezelfde culturele erfenis. Het leven is één grote verhuizing. Verwoede pogingen om dingen te behouden of bestaande zekerheden in stand te houden worden voortdurend afgestraft.
Het gevaar loert overal. Zelfs Mercurius, die ooit door de stad Leeuwarden tot beschermgod is gebombardeerd en die door Bas Epker in één van zijn tekeningen wordt opgevoerd als deus ex machina, kan daar niets aan veranderen. Het leven staat bol van de veranderingen en bedreigingen. Het is daarom op z’n zachtst gezegd wonderlijk dat de separate werelden van Epker en Van Buren uiteindelijk toch zo nauwsluitend in elkaar grijpen.

(Gepubliceerd in De Telegraaf, 25-2-2005)